Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was [81]omtrent de tiende ure. 81. Dat is, tegen den avond, omtrent twee uren voor den ondergang der zon. Zie hfdst.11 vs.9.